Aussie XI - Vogels in de Western Treatment Plant
Ik schreef in mijn laatste verhaal dat de vogelaars onder jullie even geduld moesten hebben voor een beschrijving van de vogels in de Western Treatment Plant bij Werribee. Het kostte mij iets meer tijd dan ik had verwacht om een verhaal te schrijven over de vogels daar, maar ondertussen ben ik er wel nog een keer geweest. Deze keer speciaal om te vogelen, dus ik heb een nog beter beeld van wat je allemaal kunt vinden in dit ‘waterzuiveringsmoeras'.
Laat ik echter beginnen met de korte omweg die ik heb genomen toen ik afgelopen donderdag naar de Western Treatment Plant (WTP) ging. Op de birdline van Victoria, een soort waarnemingenforum, had ik al gezien dat er wekenlang Little Curlews werden gezien in de omgeving van de WTP. De laatste die nu nog over was, was een vogel die vlakbij het plaatsje Little River zat, volgens de beschrijving samen met 4 Banded Lapwings. De Little Curlew is het kleinste lid van de wulpenfamilie en een van de weinige soorten wulpen die ik nog niet had. Die moest dus even getwitcht worden! De beschrijving op internet was redelijk nauwkeurig, maar op de plek des onheils aangekomen leek het toch iets lastiger te gaan worden dan gehoopt. Midden in het glooiende heuvellandschap met vele hectares grote percelen begroeid met kniehoog gras zou de vogel ergens moeten uithangen... Ik had in eerste instantie geluk dat ik een vogelaar zag staan, want met de zon aan de verkeerde kant is mijn richtingsgevoel nog steeds niet helemaal hersteld en zou ik waarschijnlijk op een verkeerde plek zijn gaan kijken. De vogelaar, een jongen van ongeveer mijn leeftijd, had echter slecht nieuws. Hij was al een paar keer wezen kijken, maar had de vogel nog geen enkele keer gezien. Zelfs de Banded Lapwings (een soort die ik tijdens onze reis in 2004 voor het eerst en laatst had gezien) had hij nog niet gevonden. Dat lag gelukkig voornamelijk aan hem, want bij een eerste scan over de grasvlakte vond ik de kievitachtige al. Ze zaten wel erg ver weg en lastig te zien tussen de vegetatie en de rotsblokken, maar het idee dat de Little Curlew er misschien bij zou lopen gaf hoop. Een tikkeltje gehaast zette ik de telescoop op en luttele seconden later had ik de Little Curlew in beeld. Wat een prachtige vogel! En natuurlijk een lifer (nieuwe soort) voor mij, dus mijn dag kon bij voorbaat niet meer stuk. Het is moeilijk om de Little Curlew te beschrijven, maar het is een hele andere vogel dan een Wulp. Eigenlijk komt het erop neer dat hij veel kleiner is en daarmee ook veel beweeglijker, met een wat meer contrastrijke tekening. In mijn ogen vele malen sierlijker dan een Wulp. Je had inmiddels al door dat ik erg blij was met deze waarneming. Als ik binnen enkele minuten een halve pagina volschrijf over één vogel is dat daarvoor een duidelijke indicatie...
Op naar de Western Treatment Plant dus (waar ik afgelopen donderdag geen lifers had, maar eerder wel!). Op het gravelpad voordat je bij de ingang van de treatment plant komt, werden koeien verweid. De kudde vulde de hele breedte van de weg en kwam mijn kant op. Een aparte ervaring toen de koeien vlak naast de (inmiddels stilgezette) auto langs me heen liepen. Het hek bij de ingang van de treatment plant was open, dus ik hoefde niet de auto uit. Normaal gesproken zit de ingang op slot en alleen met een speciale vergunning mag je het gebied in. Zoals ik al eerder heb verteld is de Western Treatment Plant een rioolwaterzuiveringgebied. Dat betekent dat het eigendom is van een bedrijf, Melbourne Water, en er dus eigenlijk geen ‘onbevoegden' mogen komen. Het is echter zo vogelrijk en uitgestrekt dat het voor vogelaars een enorm interessant gebied is om een dag door te brengen. Daarom geeft Melbourne Water vergunningen uit aan met name vogelaars om het gebied te mogen betreden. Een hele vriendelijke tegemoetkoming, want het gebied barst werkelijk van de vogels. Bovendien is het vogelen zeer comfortabel want vanaf de ‘dirt tracks' tussen de plassen kan je alles op je gemak vanuit de auto bekijken.
De meeste plassen hebben steile oevers en weinig slikrandjes of eilandjes en zijn daarom weinig interessant voor steltlopers, maar wel voor eenden. Je ziet hier dan ook volop Australian Shelducks, Chestnut Teals en Australasian Shovelers en in kleinere getale Pacific Black Ducks en Musk Ducks. In een van de plassen staan heel veel dode bomen in het water (waarvan alleen de stammen en dikke taken nog over zijn), wat weer een aparte habitat biedt waar ook de Pink-eared Duck zich thuis voelt. Deze eendensoort heeft een snavel die wat op die van een Slobeend lijkt, maar het kleed is heel erg bont en alles bij elkaar maakt dat het een heel opvallend en sierlijk eendje. Ook Zwarte Zwanen zitten overal en hier en daar zwemmen Australische Pelikanen. Op de ondiepere plekken lopen zowel Yellow-billed and Royal Spoonbills, twee soorten lepelaars. Er is maar één plas die in het bijzonder geschikt is voor steltlopers, en dat is de plas waar we de Siberische Strandlopers voor mijn onderzoek gevangen hebben. Vooral bij hoogwater, als de moddervlaktes in de baai onder water komen te liggen, stroomt dit plasje vol met steltlopertjes. In het juiste seizoen tenminste, want op dit moment zijn veruit de meeste steltlopers al vertrokken richting het noorden, naar de broedgebieden. De hoofdmoot wordt gevormd door de Red-necked Stint, de Roodkeelstrandloper die in Nederland een extreme dwaalgast is (dus bijna nooit wordt gezien). Het is erg leuk om te zien dat sommige van die vogels al een rode keel beginnen te krijgen. Hopelijk blijven er nog een paar een poosje langer hangen en kan ik ze echt in broedkleed zien, want dan zijn ze nog mooier. Op nummer twee staat een soort die wij in Nederland goed kennen, de Krombekstrandloper. Ook van deze soort komen er al een aantal aardig in broedkleed, wat inhoudt dat de grijze vogels die je in de winter ziet helemaal roestrood kleuren. De soort die van de drie op dit moment het minst talrijk is, is de Siberische Strandloper. Bijna de gehele wereldpopulatie van die soort overwintert in Australië en het is dus niet verrassend dat de soort zeer zeldzaam is in Nederland (met nog maar een paar waarnemingen ooit). Er zitten nu alleen nog maar vrouwtjes, want de mannetjes vertrekken eerder terug naar Siberië en zijn nu dus al weg.
Deze vogels zie je dus voornamelijk bij hoogwater, maar toen ik afgelopen donderdag aankwam was het nog laag water. Dan zijn het niet alleen de plassen van de treatment plant die interessant zijn voor vogels, maar ook de kuststrook waarlangs het ligt. Op het modderige strand en de paar droogvallende eilandjes is het een drukte van belang. Buiten de genoemde soorten lopen er dan ook Pied Oystercatcher (die heel veel lijkt op onze Scholekster) en Rosse Grutto's, veel Silver Gulls en een enkele Pacific Gull, wat groepjes Australian Ibises en hier en daar wat andere soorten. Zo zag ik anderhalve week terug ook een Double-banded Plover, een soort die broedt op Nieuw-Zeeland en overwintert in Australië, en afgelopen donderdag zag ik een Great Knot, waarvan de meeste in Noord-Australië overwinteren en er maar weinig afzakken naar het zuiden.
Verder leven er in en rond de Western Treatment Plant maar liefst vier verschillende soorten aalscholvers: de Little Black, Little Pied, Pied en Great Cormorant, en zag ik donderdag ook nog een nauwe verwante aan de aalscholvers, namelijk de Darter, de Australische Slangenhalsvogel. De moerasvegetatie die langs de plassen staat en de kruidachtige vegetaties langs de weg bieden habitat voor allerlei zangvogeltjes en andere moerasvogels. Vooral White-fronted Chats zijn erg algemeen, maar je ziet ook overal Superb Fairy-wrens, Golden-headed Cisticolas (een soort graszanger), Australian Reed Warblers en je hoort veel Little Grassbirds roepen. De uit Europa geïntroduceerde Veldleeuwerik gedijt hier goed en vliegt regelmatig voor de auto op van het pad. Aan niet-zangvogels zie je in deze vegetatie vooral Straw-necked Ibises en heel erg veel Purple Swamphens (Purperkoeten). De begroeide slikrandjes in de ‘steltloperplas' zijn blijkbaar ook interessant voor rallen, want tijdens het vangen van de Sharp-tailed Sandpipers vingen we per ongeluk ook een Buff-banded Rail en een Spotless Crake en ik zag een Australian Spotted Crake (soort porseleinhoen) langst het riet sluipen. Het zien van deze soorten ralachtige heeft altijd iets heel speciaals, omdat ze normaal gesproken een heel verborgen leven leiden in de dichte vegetatie en daardoor moeilijk te zien zijn. Doordat er blijkbaar zoveel leven is in de Western Treatment Plant is het ook een erg goed gebied voor roofvogels. Vooral de Swamp Harriers (soort kiekendief) en Whistling Kites zijn heel talrijk en niet te missen, maar er zitten ook Brown Falcons, Black Kites en af en toe een White-bellied Sea-Eagle. Bepaald niet gek dus voor een rioolwaterzuiveringgebied! Ik heb een nieuw fotoalbum gemaakt met foto's uit de WTP voor een impressie van zijn avifauna!
Reacties
Reacties
Hey Erik, erg leuk al die geverderde beestjes (een kilo veren vliegt immers niet als er geen vogel in zit), maar kun je niet even een blog schrijven over de vissen die je er kunt vangen? :) (en de onderzoeken die er op dat gebied zijn? ;)
die sharpie's zijn best wel klein zeg! Ik had ze iets groter voorgesteld.
hartelijke groeten!
Hoii erik
alles goed daar?
gister heb ik in de tuin voor het eerst een klein diamantduifje gezien. Deze komt oorspronkelijk uit Australië (maar dat hoef ik jou natuurlijk niet te vertellen) dus ik dacht gelijk die moet eric gestuurd hebben! haha
veel plezier nog grtz daisy
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}