erikkleyheeg.reismee.nl

Oud nieuws

Nou dat viel mee, ik ben alweer terug in Roxby Downs! Op Lake Bon Bon zaten geen Pacific Black Ducks (de soort die we willen vangen) dus na een mooie avond kamperen in 'the middle of knowhere' zijn we weer terug gegaan. Op zich geen straf want met een aantal dagen temperaturen rond de 40 graden en drijfnatte kleren (niet vande regen..)was het ergverfrissend omweer een koude douche te nemen. Maar ik heb dus ook weer beschikking tot internet, zij het beperkt.Sinds mijn verblijf in Roxby heb ik nog geen echte verhalen geplaatst, dus bij deze wat oud nieuws om de schade in te halen.

Aussie VI - Roxby Downs

Zaterdag, 30-01-2010

Eerste etappe

Afgelopen woensdagochtend vertrokken we met twee auto's richting Adelaide, onze eerste tussenstop voordat we in Roxby Downs zouden arriveren. David en Ben voorop, John en ik erachter. We besloten dat John het eerste stuk zou rijden, zodat ik kon wennen aan het idee van links rijden. Dat werkte prima en halverwege de reis nam ik het stuur over. Uit het feit dat jullie dit nu lezen kunnen jullie opmaken dat dat allemaal veilig en wel is verlopen. We deden het lekker rustig aan en onderweg stopten we hier en daar voor een bakje koffie, lunch of een flesje water. Tegen de avond kwamen we aan in Adelaide, de grootste stad van de staat South Australia, waar David al een motel had geboekt. Voor het avondeten gingen we naar een Italiaans restaurant waar David en John de vorige keer ook gegeten hadden. Behalve voor het eten ook voor de serveersters, van wie John erg gecharmeerd was ('these are not the ones I meant, honestly, last time there were really good-looking waitresses!').

Tweede etappe

David moest met de land cruiser naar de garage om nog een paar dingen klaar te laten maken voordat we echt de outback in zouden gaan. Dat zou duren tot een uur of 3, dus John, Ben en ik hadden wat tijd op te vullen in Adelaide. We besloten om naar de botanische tuin te gaan, die ligt in de groene buffer rondom het centrum van Adelaide. De tuin was mooi met uiteraard delen die erg doen denken aan een Engelse tuin, maar al vroeg in de ochtend was het te warm om je erg te concentreren. Al snel vonden we een mooi plekje om op het gras in de schaduw te gaan liggen, onder de bomen die vol zaten met Noisy Miners, Crimson en Eastern Rosellas en natuurlijk de luidruchtige Rainbow Lorikeets. Rond 13.00 uur zochten we in het centrum van Adelaide een plek om te lunchen en daarna reden we naar de plek waar we David zouden treffen. Natuurlijk duurden de garagewerkzaamheden langer dan gepland, dus nadat we een uur langs de snelweg een boek hadden zitten lezen (dat zag er vreemd uit, afgaand op de blikken die voorbijgangers ons worpen) vertrokken we zonder David richting Port Pirie, zo'n 3 uur van Adelaide vandaan. Daar aangekomen kozen we een aardig motel uit en David, die niet erg ver achter ons zat, arriveerde een halfuurtje na ons. Port Pirie is, voor zover wij konden oordelen, een troosteloos industriestadje met een serieus probleem met lood; vrijwel alle kinderen van 0 tot 4 jaar hebben een te hoge concentratie lood in hun bloed. Geen gezonde leefomgeving.

Laatste stukje

Dus de volgende dag maakten we dat we wegkwamen. Om 06.00 uur reden we weg van het motel voor het laatste stukje naar Roxby Downs. Hoewel onze inschatting was dat we nog zo'n 7 uur nodig hadden om er te komen, reden we tot onze blijde verrassing al tegen 11.00 uur Roxby Downs in. Onderweg verbaasden John en ik ons over het barre, kale, droge landschap en dat het blijkbaar toch mogelijk is dat dieren daarin leven. Van insecten kan je je dat nog voorstellen, maar we kwamen ook Emoes - toch hele grote beesten - tegen. Verder negeerden we maar de hoogspanningsmasten die het landschap stevig vervuilen. Roxby Downs is nu eenmaal een mijnstad waar veel voorzieningen nodig zijn. De grond werd naarmate we meer het binnenland inreden steeds roder en hier in Roxby heeft het zand de bloedrode kleur die je associeert met Australië. Verder was het warm, heet. Zodra we om 15.00 uur (en geen seconde vroeger) de sleutels van onze accommodatie kregen, deden we eerst een siësta voordat we om 17.00 uur naar de sewage ponds (afvalwaterdepot) gingen waar we kooien hebben staan om eenden in te vangen. Daar bleek dat het lokvoer doodleuk werd opgegeten door Little Corellas (een soort kaketoes) in plaats van eenden, dus een nieuwe opstelling moet ervoor gaan zorgen dat er ook eenden de kooien in gaan lopen. De warmte is om 17.00 uur nog niet minder dan overdag, en zelfs toen we om 19.15 uur gingen eten was het nog snikheet. De koele douche (met alleen de koude kraan aan, want echt koud is het water hier niet te houden) werd door enkelen van ons beschreven als ‘de meest verfrissende douche ooit' en had gelukkig wel een positief effect op de regulatie van de lichaamstemperatuur. Ook is het een meevaller dat onze ‘slaaphokjes' airconditioning hebben. Uiteindelijk zijn we na het eten maar snel gaan slapen, want de volgende dag moesten we weer vroeg opstaan.

Brons op de triplijst

Voor het zien van vogels is deze trip extra interessant voor mij. Tijdens mijn summiere voorbereidingen om gedurende de 6 maanden van mijn verblijf in Australië in totaal 71 nieuwe vogelsoorten te zien (voor een totaal van 1000 soorten op mijn ‘levenslijst') had ik geen rekening gehouden met eventuele nieuwe soorten in het woestijnachtige centrum van de staat South Australia. Hier zijn weer hele andere (nieuwe) soorten te vinden dan in het gematigde zuiden van Victoria, dus mijn doel komt door deze trip weer een stukje dichterbij. Ik heb tot nu toe tenminste 5 nieuwe soorten gezien tijdens deze trip (van één soort weet ik niet zeker of ik ‘m nou wel of niet heb gezien tijdens onze reis in 2004 en aan andere soort tel ik nog niet voordat ik ‘m echt goed gezien heb). De waarneming van een Common Bronzewing in de botanische tuin van Adelaide was een opluchting omdat dit een algemene soort is die ik gedurende al die weken Australië in 2004 maar niet had kunnen vinden. Gelukkig heb ik nu deze ‘schaamsoort' dus kunnen wegwerken. Een andere algemene soort is de kraaiachtige White-winged Chough (spreek uit: tsjof), waarvan een groepje langs de weg scharrelde tijdens de eerste etappe. Twee soorten die John me al beloofd had zag/hoorde ik bij de sewage ponds, namelijk de Southern Whiteface (wat een leuke vogeltjes!) en de Little Grassbird, die zich niet laat zien, maar wel laat horen. De laatste nieuwe soort had ik niet verwacht, maar wel op gehoopt, namelijk de Blue-billed Duck. Drie exemplaren van dit eendje dat lijkt op een Rosse Stekelstaart zaten er op een van de sewage ponds. Al met al geen slecht begin van de trip!

Komende dagen

Laten we hopen dat we de komende dagen wat eenden gaan vangen en dat de hitte ons niet teveel wordt. Hoe dan ook heb ik hier genoeg om mijn ogen uit te kijken. Ik probeer jullie zoveel mogelijk op de hoogte te houden!

Reacties

Reacties

Mark

Hmm.. als ik dit zo lees, vlak nadat ik de snijdende kou uit ben gekomen, besef ik me weer dat je je in zo'n hele andere wereld bevindt ;)
Leuk al die soorten! :) Hoeveel moet je er nou nog tot de 1000?

Spreek je snel!

jodi

Erik en eenden vangen is nog steeds geen erg gelukkige combinatie, blijkbaar!

Hartelijke groeten!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!