Verkenning van het veldwerkgebied
Vanavond een iets uitgebreider berichtje! Peter en Nicole zijn op dit moment naar een van de drie sauna's die dit research centre kent en Jacintha en Sjoerd zijn druk met alles voorbereiden voor het veldwerk van morgen. Dat geeft mij wat tijd om even achter mijn laptopje te kruipen!
Ik zal om te beginnen nog even terug gaan naar de heenreis van het afgelopen weekend. Deze bleek langer dan verwacht, mede doordat er in Polen (maar ook in Duitsland) hard aan de weg wordt getimmerd voor een betere infrastructuur. Letterlijk. Overal is de weg dus opgebroken en dat levert regelmatig enige vertraging op. Daarnaast is met name Polen het land van de truckers. De 'snel'weg die Polen van west naar oost doorkruist is een van de wegen met de grootste aantallen vrachtwagens. En de Poolse rijstijl schrijft voor dat die stuk voor stuk moeten worden ingehaald op tweebaans wegen (met dus op de ene baan een constante stroom vrachtwagens naar het westen, en op de andere baan naar het oosten). Ook dat zorgt af en toe voor wat opstoppingen en dus vertraging. Over de Poolse rijstijl gesproken, die verdient wel een aantalextra opmerkingen. Aangezien ik nog nooit in Polen geweest was, was ik niet bekend met die rijstijl. En aan mij was het de eer om achter het stuur te zitten toen we de Duits-Poolse grens over gingen. Er ging een wereld voor me open! Kort samengevat komt het erop neer dat ik erachter kwam dat dingen die schijnbaar onmogelijk kunnen werken, toch werken. Enkele voorschriften voor rijden in Polen:
1) op een normale tweebaansweg kun je gerust allebei de banen gebruiken. Als je tenminste maar net op tijd teruggaat naar je eigen baan als er een tegenligger aan komt...
2) op een grote tweebaansweg (een normale tweebaansweg met aan beide kanten een 1,5 meter brede vluchtstrook) moet je natuurlijk regelmatig inhalen (want jij rijdt natuurlijk 130 km/hwaar vrachtwagens de maximum toegestane snelheid van100 km/h rijden). Dat werkt als volgt: blijf zolang duwen achter een vrachtwagen tot die bijna geheel op de vluchtstrook rijdt en ga er vervolgens langs, ongeacht of er tegenliggers aankomen. Die gaan namelijk ook wel aan de kant. Mag je hopen.
Al met al kom je af en toe hachelijke en belachelijke situaties tegen. Als je dat voor het eerst ziet, denk je: 'dat kan toch helemaal niet!'. Na een paar honderd kilometer moet je echter concluderen dat het in Polen toch wel werkt. Iedereen doet het, iedereen is eraan gewend en het gaat gewoon altijd goed. Nouja, bijna altijd dan. Al met al interessant om eens te zien hoe de Polen in hun eigen land rijden, dan kan je het misschien ook wat beter plaatsen als je een Poolse automobilist in Nederland een suicidale inhaalpoging ziet doen.
Tot zover het rijgedrag. Overigens ging bij ons gewoon alles goed. Gewoon een kwestie van goed opletten en zelf geen risico's nemen (en meegaan in het verkeer), dan kan er weinig mis gaan. Wat ook interessant is als je een eind naar het oosten rijdt is de verandering van het landschap. Waar in Nederland elke vierkante centimeter wordt beheerd, kom je naarmate je verder rijdt naar het oosten steeds meer stukken braakliggend terrein tegen, of grote stukken akkerland waar al jaren niks meer op is verbouwd. In Nederland onvoorstelbaar, in Polen de normaalste zaak van de wereld, voor de biodiversiteit van een gebied een verademing. Alles waarvan mensen zeggen dat het goed is voor vele vogelsoorten die op het Nederlandse platteland hard achteruit gaan of zijn uitgestorven, zie je nog in Polen: losse bomen en boomgroepjes midden op akkers, bomen- en struikenhagen tussen de percelen, een mozaiek van akkers, braakliggende terreinen en bossen, en bovendien een veel extensiever gebruik van landbouwgrond. Niet zo gek dus dat Ortolanen, Grauwe KlauwierenenKwartelkoningen in Polen nog wel op het platteland voorkomen en in Nederland niet of nauwelijks meer. Helaas wordt je ook duidelijk geconfronteerd met de realiteit: in Nederland zijn we al veel te ver heen om terug te gaan naar een systeem als nu nog in Polen bestaat.
Afgelopen zaterdag wilde we zover mogelijk Polen in zien te komen, het liefst voorbij Warschau, voordat we zouden overnachten. In de westelijke helft van Polen stikte het van de hotels en motels, dus overnachten zou geen probleem zijn. Helaas ging de reis niet zo vlot als verwacht en met veel pijn en moeite kwamen we uiteindelijk uit net zo'n 40 km voor Warschau. Het probleem was dat hier nauwelijks meer hotels te vinden waren (hoe onverwacht!). Bovendien waren de eerste drie hotels waar we gingen kijken volgeboekt. En het werd maar later, dus zou er ook steeds minder plek zijn. Uitendelijk, na 3 vruchteloze pogingen en serieus nadenkend over doorrijden, was het toch raak. Geld speelde geen rol meer, dus gingen we toch maar navraag doen bij een 4 sterren restaurant. Gelukkig, ze zaten nog lang niet vol! Bovendien kon de auto met al onze spullen + alle veldwerkspullen op een beveiligde parkeerplaats staan, ideaal. Heerlijk geslapen en op tijd weer opgestaan (uitendelijk waren we toch liever iets vroeger weervertrokken, maar dat zeg je achteraf) en na een snel ontbijt weer vertrokken.
Het noordoosten van Polen doet bijna Scandinavisch aan met veel bossen en enkele prachtige meren. Helaas is dat over als je de grens met Litouwen over gaat (heerlijk trouwens dat het EU-landen zijn: geen tijdverlies door grenscontrole!). Litouwen was de graanschuur van de Sovjet Unie en daar is nu nog veel van te merken. Het grootste deel is vooral graanveld, tenminste langs de Via Baltica, de 'snel'weg naar het noorden. De Baltische staten zijn gelukkig niet zo groot, dus we waren al vrij snel door Litouwen heen. Letland is vervolgens iets gevarieerder dan Litouwen en heeft veel meer bossige gebieden. Een duidelijk noord-zuid gradient, want Estland is geweldig: een en al bos! De natuur in Estland heeft echt nog vrij spel. Met ongeveer 1,4 miljoen inwoners in een land dat net iets groter is dan Nederland heeft Estland de laagste bevolkingsdichtheid van heel Europa. Dat is goed te merken aan de ongerepte natuur van het land, en daarmee natuurlijk ook aan de leuke beesten die je er kunt zien! In Estland komen zelfs nog Bruine Beren, Lynxen en Elanden voor (om eens wat anders dan vogels te noemen, dat komt namelijk straks wel weer ;-)).
Gisteren kwamen we uitendelijk om ongeveer 21.30 uur aan in het research station van Nigula in Estland, nadat we bij het benzinestation in Haademeeste een lekkere hamburger en patat hadden gegeten. In Nigula maar meteen een heerlijk biertje genomen en eens rustig buiten gaan zitten. Het was meteen duidelijk dat we op een geweldige plek waren terechtgekomen. Vlakbij riepen Kraanvogels die naar hun slaapplaats vertrokken en er kwamen er ook een paar mooi overvliegen, en toen het even later echt begon te schemeren vlogen er ineens 3 Nachtzwaluwen voor het huisje die ook nog eens regelmatig gingen zitten op een dode tak. Hoe kon het mooier voor een stel vogelaars! Bijzonder tevreden over de accomodatie, de locatie en erg opgelucht dat de reis voorbij was gingen we natuurlijk te laat slapen.
Vanochtend ging om 7 uur weer de wekker, want we zouden het gebied waarin we ons veldwerk zouden gaan doen verkennen. Dat is kortweg de kuststrook boven het plaatsje Haademeeste in het zuidwesten van Estland. Dat gebied bestaat uit een open landschap met grassige vegetatie dat overstroomt als het zeewater erg hoog staat. Het is een beschermd natuurgebied en er komt alleen maar extensieve veeteelt voor. Op diverse plekken staan hoge houten uitkijktorens die uitzicht bieden over de kust en de kuststrook. We zijn vanochtend eerst naar een aantal uitkijktorens geweest om te kijken of en waar groepen eenden zaten. Het onderzoek waarvoor we hier zijn draait namelijk om vogelgriep bij eenden (Wilde Eend en Wintertaling) en daarvoor moeten we eenden gaan vangen om ze te onderzoeken. Al snel hadden we een paar aardige groepen eenden gevonden, hoewel de aantallen behoorlijk tegenvielen. Het was het idee dat we hier zouden zijn in de ruiperiode van de eenden. Dan ruien ze namelijk al hun slagpennen (waarmee ze kunnen vliegen) tegelijk, zodat ze dus niet kunnen vliegen. Op dat moment zouden ze voor ons vrij makkelijk te vangen zijn, omdat we ze dan zouden kunnen drijven naar een opstelling van netten in het water. Enkele langsvliegende groepjes eenden maakten ons echter al bezorgd en toen we in een toren stonden waar een bootje een grote groep eenden verjoeg, was het duidelijk: alle eenden konden vliegen, we zijn te laat voor de ruiperiode. Een kleine domper, maar we geven de moed natuurlijk niet op. Terwijl Jacintha (het is haar onderzoeksproject, de anderen zijn mee om te helpen) met een lichte teleurstelling hard stond na te denken over de volgende stappen konden wij ondertussen wat vogelen. Deze kuststrook is echt ongelooflijk gaaf voor vogels! Al toen we naar de eerste uitkijktoren liepen riepen er 2 Kwartelkoningen naast het pad, een soort waar je in Nederland heel veel moeite voor moet doen om waar te nemen. Langs de kust vlogen meerdere Reuzensterns, we vonden een Grauwe Franjepoot en regelmatig vloog er een prachtige Zeearend langs. Van de laatst genoemde zagen we op een gegeven moment zelfs drie exemplaren op een zandbankje uit de kust zitten met een prooi, wat een imposante beesten! Wij als vogelaars kunnen hier echt ons hart ophalen.
Toen we alle gebieden bezocht hadden waar we eventueel eenden konden vangen, besloten we dat het laatste gebied toch het meest geschikt was. Hier zaten vooral veel Wintertalingen en ook wel wat Wilde Eenden. De aantallen Pijlstaarten en Bergeenden waren verwaarloosbaar klein. In dit gebiedje met wat watertjes binnen de kustlijn zouden we makkelijker eenden kunnen vangen dan daar waar de eenden op zee zaten. Omdat het drijven van eenden naar netten niet mogelijk is omdat de eenden simpelweg zouden wegvliegen, moesten we een andere methode bedenken om ze te kunnen vangen. Uiteindelijk hebben we ronde kooien gemaakt met een soort fuikconstructie waarin we vlotjes met voer en een nep-eend gelegd hebben. 's Middags hebben we die kooien gemaakt in Nigula en 's avonds hebben we vier kooien geplaatst in de hoop dat er vannacht - eenden foerageren vooral 's nachts - eenden in zouden zwemmen. Morgenochtend gaan we de kooien controleren en we zijn volop aan het speculeren over de kans op succes. Uitendelijk komen we er telkens weer op uit dat het alle kanten op kan: het kan vriezen of het kan dooien, er kan helemaal niks in de kooien zitten of er zit zoveel in dat we het niet allemaal kunnen verwerken. Het ziet er in ieder geval veelbelovend uit en we hopen allemaal op een mooi resultaat. Kijk maar eens bij de foto's om te zien hoe zo'n kooi eruit ziet!
Het veldwerk duurde natuurlijk weer wat langer dan verwacht, waardoor we uiteindelijk om 22.15 uur bij hetzelfde tankstation als gisteren wat hebben gegeten. Ze hebben trouwens prima eten daar! Vanavond een heerlijke gehaktbal met lekkere aardappels, wortelsalade en rodekoolsaladeop, een bord vol voor relatief weinig geld. In het halfdonker regen we weer terug naar Nigula en we kwamen onderweg een jong Vosje tegen die voor ons op de weg stond en er vlogen op meerdere plekken Nachtzwaluwen op van de weg in het licht vande koplampen van de auto. Wat een plek... Ik weet zeker dat we de komende anderhalve week nog volop mooie dingen gaan zien hier in de omgeving!
Morgen gaan we weer om 7 uur opstaan, nu is het alweer 23.30 uur. Straks wil ik nog een paar fotootjes plaatsen, dus ik maak weer een eind aan dit toch al lange bericht. Nogmaals, het is hier enorm gezellig, we lachen veel en we werken (en vogelen) hard. Morgen hopen we de eerste tastbare resultaten te boeken wat de eenden betreft. Hopelijk heb ik morgen weer tijd om daar dan wat over te laten weten!
Groetjes, Erik
Reacties
Reacties
Je verhaal gelezen, kan me voorstellen dat het een hele ervaring is om te rijden in die landen, gelukkig goed gegaan. Moet wel een volkomen andere natuur zijn, begrijp dat je er van geniet. Hoop dat jullie onderzoek ook goed gaat en dat je veel nieuwe ervaringen opdoet. Mooie foto's trouwens.
Zie je verdere verhalen met belangstelling tegemoet.
Groetjes.
Opa.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}